Is een burn-out moeilijk voor jou als naastbetrokkene? Daar kunnen we kort over zijn: ja, heel moeilijk. Het is bijvoorbeeld moeilijk te aanvaarden dat je partner of vriend plotseling niet meer zo sterk en actief is als anders. En het kan beangstigend zijn...
Velen halen hun identiteit uit hun werk. Daar worden wij gezien, daar vinden onze collega’s ons aardig of geschikt, daar ontvangen wij respect. Door hard te werken worden wij nog meer gezien en gehoord, ontvangen we nog meer complimenten...
Om te genezen van een burn-out moet je naast actief ook passief kunnen zijn, vertelden we in het artikel 'Een partner, huisgenoot of een vriend met burn-out'. Deze levenshouding noemen wij ‘bipolair’. Niet in de zin van de manisch-depressieve aandoening...
Iemand met een burn-out vindt het moeilijk om passief te zijn, hij kan niet doorademen en niet voelen. Hij kent het begrip overgave niet, hij weigert de dingen ook eens te laten gebeuren. Hij wil alles controleren, alles regelen...
Waartoe leidt het benoemen van burn-out in termen van ‘ouder’ en ‘kind’? Het leidt ertoe dat iemand met een burn-out kan praten over zijn probleem in termen die goed te begrijpen zijn, voor hemzelf en voor zijn omgeving...
Iemand met een burn-out vraagt eigenlijk de hele dag om geruststelling: ‘Het zal toch wel goed komen?’, ‘Ik kan mijn gedachten niet stilzetten, ik word toch niet gek?’, ‘Ik heb steeds zo’n hoofdpijn, ik zou toch geen hersentumor hebben?’...
Ieder mens die wordt geboren draagt in potentie alle eigenschappen in zich die eigen zijn aan de mens. Wat in potentie aanwezig is moet zich vervolgens ontplooien, en eigenschappen ontplooien zich onder andere door bevestiging van anderen...
Als er nu over iets geen misverstand zou kunnen bestaan, dan is het toch wel over het gegeven dat een mens het in zijn eentje niet rooit. Zeker als hij ziek is, als hij nog te moe is om een kopje koffie voor zichzelf te halen. Iedereen heeft anderen nodig...
In veel gevallen lijkt het van het ene op het andere moment te zijn, het moment dat je partner of vriend thuiskomt en zegt: ‘Ik kan niet meer, ik kan niet meer naar mijn werk, het is op.’ Soms waren er in de periode daaraan voorafgaand wel gesprekken...
Fase 1 begint met het besef van je partner of vriend dat het niet meer gaat. Hij wil wel door, maar het lukt hem niet meer. In de meeste gevallen zal hij proberen oplossingen te vinden voor zijn situatie. Hij zal argumenteren wat er moet veranderen...